Op pinkstermaandag nam ik deel aan de KCV-pinksterviering in Antwerpen. In de namiddag begon men aan de lofprijzing. Daar ik nog maar weinig liederen kende, beluisterde ik met aandacht die diepgelovige teksten.
Toen kwamen klanken zonder woorden, zo mooi, zo hemels, zo intens, dat het me diep raakte, gevolgd door een explosie van gejuich en gejubel voor de Heer zoals ik het nog nooit eerder had meegemaakt.
Er kwam een zachte vrede over mij en het was alsof ik Gods adem voelde.
Maar de Heer liet mij niet los. Hij gaf mij een nieuwe kijk op de schoonheid van de wereld. Ik had altijd wel aandacht gehad voor de schoonheid van de natuur, maar bracht dit niet in verband met de Schepper.
Ik ontdekte de psalmen als stimulans voor de lofprijzing.